De kracht van verbeelding

De jongen die dacht dat hij een blaadje was

Een harde dreun en een schreeuw laten mij omkijken. Ik zie een kleine gedrongen jongen van negen jaar op de grond liggen en naast hem staat de leerkracht met tranen in haar ogen. “Tom dacht dat hij een zwevend blaadje was” zegt ze ontroerd. Ik geef die dag dansexpressie aan leerlingen met een ontwikkelingsachterstand en een vorm van autisme. We dansen aan de hand van het thema ‘herfst en de dwarrelende blaadjes’. Tom is een van hen.

Zo begint mijn essay over hoe verbeeldingskracht geleerd kan worden aan leerlingen met een ontwikkelingsachterstand en autisme. Als je in staat bent om je iets te verbeelden dan is dat goed voor je sociale interactie, communicatie en het probleemoplossend vermogen. Diverse hoog- en laaggeleerden passeren in mijn essay de revue. De kern van het verhaal: dat kunsteducatie – ik doe dit als docent dansexpressie – voor kinderen met minder mogelijkheden de poort opent naar een nieuwe vorm van ontwikkeling, zelfexpressie, nieuwe interesses en betere kansen om zichzelf te ontwikkelen. Leerkrachten van het Zeer Moeilijk Lerenden onderwijs (ZML-onderwijs) zijn positief over reeds behaalde resultaten. In dit geval garanderen de resultaten uit het verleden een betere leertoekomst voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand en autisme.

Benieuwd naar mijn onderzoek naar de kracht van verbeelding?